Focus
Wat verstaan we bij CMFT onder focussen?
Focussen zien we binnen CMFT als een geconcentreerde, op het lichaam gerichte activiteit waarin je bewust bent of wordt van je lichaamsgewaarwordingen.
Vaak wordt focussen voorafgegaan door even te gronden of door een lichaamsbewustzijnsoefening. Zie bijv. deze. Dat helpt je om naar binnen, in je lichaam, gericht te zijn en waar te nemen wat er speelt. Dat is natuurlijk geen eis. Vaak voelen we evengoed wel dat er een pijntje o.i.d. is.
Als het je lukt om op te merken wat voor spanning, stress of pijn er in je lichaam is, dan is de volgende stap te oefenen om er vriendelijk en compassievol bij te blijven. Dat vinden sommigen lastig. Bijvoorbeeld, je gaat zitten of liggen en je merkt spanning op in je borst. Meestal wil je dat waarschijnlijk meteen weg zien te krijgen. Zo werkt je brein, dus dat is begrijpelijk.
Het is wellicht helpend om te overwegen dit patroon te wijzigen als je begrijpt dat veel van onze lichaamssensaties al vanaf jonge leeftijd in je lichaam opgeslagen zijn.
Als je vaak ervaren hebt dat jouw gevoel er niet toe deed, of nare kind- of jeugdervaringen hebt opgedaan zonder dat er door iemand die om je gaf aandacht aan werd besteed, dan leer je om je gevoelens weg te duwen. Je beseft natuurlijk niet dat die gevoelens in je lichaam worden opgeslagen. Maar dat gebeurt wel.
Vaak levert dat naast fysieke klachten ook angst, paniek, depressie op.
Sta je nu stil bij je lichaam, dan kan je lichaam die nare gevoelens weer aan je kenbaar maken. Dat is natuurlijk niet fijn. Als je echter realiseert dat die gevoelens eigenlijk jouw in je lichaam opgeslagen kindherinneringen zijn zou je wellicht gemotiveerd kunnen raken om daar niet zo hard over te oordelen. Door te oefenen word je er meestal wel meer bewogen mee. Zelfcompassie hebben, terwijl je met je aandacht bij die nare lichaamssensatie blijft, is zó helend. Wanneer je je jezelf daarentegen straft of oordeelt omdat je nare gevoelens hebt, of die wegdrukt, blijf je erin vastzitten.
Hoe werkt dit focussen?
Wellicht helpt het je om te starten met te gronden of met een lichaamsbewustzijnsoefening. Heb daarbij een belangstellende, open en ontvankelijke houding naar jezelf. Je blijft vervolgens tijdens het focussen met je aandacht bij wat je opmerkt in je lichaam. Eigenlijk blijf je dan even bij je jonge meisje of jochie, die vroeger die aandacht gemist heeft. Je biedt het dus alsnog aan. Je kunt praktisch tegen het gekwelde lichaamsdeel zeggen: ‘Hoi, ik merk je op. Het is oké. Ik blijf even bij je’. Leg evt. je hand er maar even op. Het kan zijn dat het wat heftiger wordt. Vaak volgt er dan innerlijk wat rust.
-
In het begin eventjes, zo lang als het oké voor je is. Bouw het op tot uiteindelijk ongeveer 5-15 minuten. Doe dat consequent. Zo leert je systeem dat je veilig en betrouwbaar bent.
Het motto is dan ook: ‘Wat mag zijn, kan verdwijnen’.
Nu, als jij die nare lichaamssensatie kunt laten zijn, dan kan het lichaam de spanning echt loslaten en hebben we er uiteindelijk geen last meer van. Dat is natuurlijk iets wat tijd kost. Maar eerst nog dit: Wellicht vraag je jezelf af: hoe weet mijn lichaam dat, terwijl ik er soms niets van kan herinneren?
Ons zenuwstelsel werkt nauw samen met het zgn. limbische (ofwel gevoels-)brein. Met name je amygdala en hippocampus (wat fysiek tussen je oren gelegen is), slaat alles op wat we meemaken. Dat dient om naderhand te weten wat veilig is en wat niet veilig is, zonder dat je elke keer opnieuw moet uitvinden dat je bijv. kokendheet water maar beter niet kunt aanraken met je vingers, laat staan drinken. Dit zenuwstelsel heeft een sterke behoefte aan geruststelling.
-
zwaar of juist licht
strak / samentrekkend
vaag aanwezig
tintelend / prikkelend
koud of juist warm
ruim
leeg
beklemmend
iets als een steen of ander voorwerp
zeurend
benepen
zenuwachtig
misselijkmakend
licht of sterk pijnlijk
een band
een steek
iets anders dan anders
iets wat er ‘altijd’ al is
paniekerigs
Jonge kinderen hebben hulp van hun ouders nodig, om tot rust te kunnen komen. Want hun brein is daartoe nog niet ontwikkeld gedurende de eerste jaren. Een goede ouder maakt connectie met het kind en stemt op het kind af. Duidt zaken, zodat kinderen gerustgesteld kunnen worden. Een goede ouder geeft ook woorden aan wat er gebeurt, waardoor het limbische brein van het kind kalmeert. Bijv. oom Jan reageerde niet rustig. Dat ligt niet aan jou, maar hij is niet zo zichzelf nadat tante Janet overleden is.
De hechtingstheorie maakt ons duidelijk dat volwassenen óók geruststelling nodig hebben van ‘voor hen belangrijke personen’. Uit bovenstaande kun je inmiddels wellicht afleiden dat je in aanleg zelf zo’n belangrijke persoon kunt worden voor je emotionele ofwel kinddeel in je, dat zich door lichaamsgewaarwording kenbaar maakt. Geef je dit tijdig aandacht (wanneer er bijv. spanning zich aandient), of geef je hardop woorden aan je zelf zoals hierboven genoemd, dan kan er een geruststellend effect vanuit gaan.
-
Als je angst ervaart alleen focussen als je kunt beseffen dat je nu veilig bent.
Wat je in je lichaam opmerkt is wat het is. Blijf daarbij.
Blijf in het hier en nu.
-
Wat doe je NIET? terwijl je focust op je lichaam
Redeneren
Verklaren
Wegduwen
Waarom vragen
Waar (komt het) vandaan?
Weg ademenProberen te achterhalen waar het gevoel of lichaamsgewaarwording vandaan komt
Analyseren
Oplossen Shoppen
Oordelen
Denken dat je iets voeltDoe ik het wel goed?
Is dit wel echt, wat ik merk?
Tot hiertoe heb ik beschreven hoe je het zelf kunt doen. Maar de praktijk leert dat iets soms te heftig voor je is om het alleen te doen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je in je emoties verdrinkt. Het vraagt daarom soms extra begeleiding van iemand anders. En wel van iemand die bij je betrokken wil zijn. In wiens hart er eventjes een plekje voor je is. Hier komt de M, de 2e letter van CMFT, dat staat voor mirror neuron (spiegelneuronen) om de hoek kijken. Het gaat dan om warmte, liefde, empathie van een hulpverlener. Schroom niet om contact met iemand op te nemen. We zijn er voor je.